. . . Geweld Maatregelen na het onderzoek

Maatregelen na het onderzoek

Geweld in de jeugdzorg had niet mogen gebeuren en mag nooit meer gebeuren. Daarom neemt de overheid een groot aantal maatregelen. De overheid gebruikt hiervoor de adviezen die de onderzoekers in het rapport Onvoldoende Beschermd geven.

Alle maatregelen staan in de Voortgang aanpak geweld in de jeugdzorg (PDF). De voortgang van de uitvoering van alle maatregelen is te vinden in de Kamerbrief van 27 oktober. Ook is de overheid het verbeterprogramma Zorg voor de jeugd gestart.

De maatregelen gaan over:

  • Hulp voor de slachtoffers
  • Geweld voorkomen
  • Blijvend leren van het verleden

Hulp voor de slachtoffers

Veel slachtoffers hebben geen hulp gehad. Sommige slachtoffers hebben nog altijd last van wat er gebeurd is. Zij moeten hulp krijgen bij het vinden van goede zorg. Dit informatie- en expertisepunt voor slachtoffers kan helpen bij het vinden van erkenning en ondersteuning.

Geweld voorkomen

Het is belangrijk om mensen die slachtoffer zijn geworden te helpen. Maar het is ook belangrijk om te zorgen dat het geweld niet meer voorkomt. Door het onderzoek van Commissie de Winter weten we meer over hoe we geweld in de jeugdzorg kunnen voorkomen.   

Kinderen die in een gesloten instelling geplaatst werden, hadden vaker met geweld te maken dan kinderen die in een pleeggezin kwamen. Daarom moet de jeugdzorg het plaatsen in een gesloten instelling zoveel mogelijk voorkomen. Als dit niet kan, moet het kind er zo kort mogelijk zijn. Meer hierover vind je in het actieplan ‘De best passende zorg voor kwetsbare jongeren’.

De kinderen die in grote groepen werden geplaatst, hadden vaker last van geweld onderling. Ook vertelden zij dat ze te weinig aandacht en warmte kregen. Als de groepen kleiner zijn, is er meer aandacht per kind. En kun je beter zien wat elk kind nodig heeft. In 2020 heeft de overheid 33,5 miljoen uitgegeven om ervoor te zorgen dat groepen kleiner worden. Bijvoorbeeld door meer kleinere instellingen te bouwen.

Kinderen kregen met veel verschillende groepsleiders te maken. Personeel werkte vaak maar kort in de jeugdzorg. Dit maakte het moeilijk voor een kind om een groepsleider te vertrouwen. Dit vertrouwen is heel belangrijk om te kunnen praten over geweld. De overheid neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat personeel lang bij de jeugdzorg blijft werken. De jeugdzorg werk personeel beter in en bereidt ze voor op het werk. Ook controleert de overheid strenger of personeel goed opgeleid is. Groepsleiders hadden vroeger namelijk soms niet de juiste opleiding.

Kinderen werden in de jeugdzorg geplaatst omdat ze thuis niet veilig konden opgroeien. De  jeugdzorg vond de ouders vaak niet geschikt als opvoeders. Daarom werden zij bijna niet betrokken bij de behandeling van hun kind. Terwijl het betrekken van ouders de behandeling kan verbeteren en verkorten.  Met het actieplan Verbetering Feitenonderzoek worden de ouders meer betrokken.

Er is altijd een tekort aan pleegouders geweest in de jeugdzorg. Ook past niet ieder kind bij ieder pleeggezin. Hierdoor is er niet voor ieder kind een plek bij een pleeggezin. Daarom voert de overheid campagne om meer pleegouders te vinden. Organisaties voor pleegzorg bereiden de pleegouders voor op de komst van een kind. Deze organisaties begeleiden de ouders ook zolang ze voor het kind zorgen.

De kinderen konden bijna nooit met de gezinsvoogd  over geweld praten. Dit kwam omdat de kinderen de gezinsvoogd bijna niet zagen. Er was te weinig tijd voor persoonlijk contact met het kind. De overheid wil de werkdruk van de gezinsvoogd verminderen. Daardoor is er meer tijd voor contact met het kind en de ouders. Ook maakt de overheid het makkelijker voor kinderen en ouders om een klacht in te dienen.

De overheid heeft niet goed gecontroleerd hoe het er bij de jeugdzorg aan toe ging. Hierdoor waren sommige plekken onveilig. Ook greep de overheid vaak pas in nadat er iets gebeurd was. De overheid gaat de jeugdzorg nu beter controleren. Er komt een controleur in de instelling zelf werken. En de instellingen krijgen vaker onverwacht bezoek van een controleur. Ook kunnen kinderen via social media zelf geweld melden.

Slachtoffers zeggen dat ze een luisterend oor, aandacht en liefde nodig hadden, maar dit niet kregen. De overheid zorgt voor een vertrouwenspersoon bij elke instelling. Elk kind kan één keer per week met deze persoon praten. Het kind en de vertrouwenspersoon kunnen over alles praten, ook over geweld. Ook kan een ander persoon het kind steunen. Bijvoorbeeld een familielid.

Blijvend leren van het verleden

Het is belangrijk dat we leren van wat er gebeurd is. Daarom blijft de overheid praten met slachtoffers, hulpverleners en andere professionals. De overheid geeft geld uit aan goede opleidingen voor het personeel in de jeugdzorg. Ook worden slachtoffers ingezet als ervaringsdeskundigen. Zij kunnen professionals het beste vertellen wat slachtoffers voelen en wat ze nodig hebben. Ook betrekt de overheid organisaties van lotgenoten en ouders bij het bedenken en uitvoeren van de maatregelen.

We zijn er voor je

Onze Info- en advieslijn (0800-1238) is bereikbaar op maandag t/m vrijdag tussen 09.00 en 17.00. Liever chatten of een e-mail sturen? Ook dat kan. Bellen, chatten en mailen is gratis. Je kunt met ons in contact komen voor:

  • Een luisterend oor
  • Ondersteuning bij het zoeken naar hulp
  • Beantwoorden van praktische vragen

Ook na het stoppen van de financiële tegemoetkoming zijn we nog beschikbaar voor vragen en hulp. De Info- en advieslijn is tot 1 juli 2024 geopend.

Al onze gesprekken zijn vertrouwelijk

scroll up

Scroll naar boven