. . . 'Niet steeds in die wond blijven prikken, maar ‘m verzorgen. En leren zien hoe je er sterker door bent geworden.'

‘Niet steeds in die wond blijven prikken, maar ‘m verzorgen. En leren zien hoe je er sterker door bent geworden.’

Lotgenotengroepen: van samen salade maken naar kracht erkennen

Marlene van Steensel is oprichter van stichting BE4YOU2. Deze stichting is er voor jongeren en volwassenen die als kind uit huis zijn geplaatst. Of die op een andere manier met Jeugdzorg te maken kregen. BE4YOU2 organiseert voor hen sinds 2012 samenkomsten, onder de naam ‘ervaren jaren’. Marlene: ‘We helpen mensen om deze ervaring een krachtige plek in hun leven te geven.’

Naast haar werk bij BE4YOU2 is Marlene HBO docent Social Work & Coaching en verscheen onlangs haar debuut roman De Erfschat. De hoofdpersoon in dit boek verblijft in de pleegzorg.

Ook Marlene groeide niet thuis op. Haar moeder overleed vroegtijdig. Haar vader kampte met een oorlogstrauma. Hierdoor kon Marlene niet thuis blijven wonen. Ze kwam terecht in het voormalige Jeugddorp de Glind.

Hoe kwam je op het idee om lotgenotenbijeenkomsten te organiseren?

Marlene: ‘Ik werkte als schoolleider van een basisschool. Daar kregen we ook te maken met kinderen bij wie het thuis onveilig was.‘ Eén van die kinderen werd uit huis geplaatst. De politie zou het kind uit de kleuterklas halen. Ik verzette me daartegen. Ik ging hierover met Jeugdzorg in gesprek. Ze begrepen mijn standpunt toen wel. Ze respecteerden mijn mening als schoolleider. Maar hun houding veranderde ineens toen ik vertelde dat ikzelf veertig jaar geleden ook in een pleeggezin woonde. Ze zeiden: ‘Aha, vandaar!’ En ze spraken hun verbazing uit dat een pleegkind schoolleider was geworden. Ineens werd mijn deskundigheid in twijfel getrokken.

Dat was het moment van de waarheid voor mij. En ik dacht ook: hoe zijn al die pleegkinderen eigenlijk terechtgekomen? Er groeien in Nederland meer dan veertig duizend kinderen niet thuis op*. Waar wonen, werken en leven ze nu? Ik deed toen een oproep op LinkedIn. Vijfentwintig mensen reageerden. Met een aantal van hen gingen we een paar dagen ‘de hei op’. We deelden onze verhalen. We vertelden elkaar over wat ons kwetsbaar maakt. En ook wat ons sterker maakt.

* In 2022 verbleven in totaal 42.560 kinderen en jongeren tot en met 22 jaar in een vorm van jeugdhulp met verblijf, zoals een pleeggezin of instelling. Die kinderen en jongeren zijn dus niet allemaal in dat jaar uit huis geplaatst. Een groot deel van de kinderen was al voor 2022 uit huis geplaatst. Bron: Nederlands Jeugdinstituut

De meesten hielden hun jeugdzorg verleden verborgen op het werk en voor hun omgeving. Uit angst voor stigmatisering. Uit angst om niet serieus genomen te worden.

Ik ervaarde opnieuw hoezeer het helpt om samen ervaringen te delen. Ook vroeger in het Jeugddorp hadden we als kinderen veel steun aan elkaar. We hielpen elkaar oplossingen te bedenken voor problemen met ouders, pleegouders, school en hulpverleners. Die steun wilden we bij BE4YOU2 ook bieden.

Hoe pakken jullie de bijeenkomsten aan?

De aanpak heeft zich gaandeweg verder ontwikkeld. We leerden door de verschillende groepen lotgenoten. We hadden ook groepen voor jeugdzorgverlaters. Deze jongeren hadden heftige problemen. Ze waren bij periodes dak- of thuisloos. Praten over je ervaringen is natuurlijk goed, maar het liefst wel met een dak boven je hoofd. We ontwikkelden ‘generatiecoaching’: mensen met meer levenservaring weten uit ondervinding al meer wat wel en niet werkt (‘ervaren jaren’). Dat werkt als voorbeeldfunctie voor jongere mensen. Een van de BE4YOU2 pioniers – Miko Serko Mamoribo Carels – werkte dit verder uit. Voor de jongeren was het ook bijzonder dat ik docent ben. Want velen kregen de gedachte mee: ‘het wordt nooit wat met mij’.

Altijd moet de omgeving veilig zijn. Je deelt intieme gevoelens en vaak pijnlijke ervaringen. In de groep maken we samen afspraken: over hoe we omgaan met elkaar en met wat we horen.

Als je niet thuis bent opgegroeid, maar in de jeugdzorg, geeft dat een wond. In zo’n groep ga je met elkaar om die wond heen staan. Niet erin prikken, maar de wond verzorgen. We hoeven niet per se te praten over het geweld dat heeft plaatsgevonden. Het gaat meer over het ontdekken van de eigen kracht. Hoe zijn mensen ermee omgegaan? Hoe willen ze er in de toekomst mee omgaan? Samen kijken naar hoe je uiteindelijk sterker bent geworden. Een been wordt na de breuk ook sterker, als je het goed verzorgt.

Zelf heb ik ook geweld meegemaakt in Jeugddorp de Glind. Ik heb goede therapie gehad. Goede opleidingen gevolgd. Toch heb ik er soms nog steeds last van. Ik besteed er nu geen tijd meer aan om dat gevoel ‘weg te werken’. Maar ik ben me wel bewust van situaties die mij extra gespannen maken. Vooraf bedenk ik dan of ik het waard vind om daar doorheen te gaan. Of dat ik beter ‘om’ kan lopen. In de bijeenkomsten leren mensen ook dat ze zich niet hoeven schamen over wat hen is gebeurd. Maar om trots te zijn op de eigen oplossingsrichtingen.

Wat doen jullie samen in de bijeenkomsten?

We delen verhalen uit ons leven. Dan blijkt dat we veel dingen van elkaar herkennen. De één kan moeilijk grenzen stellen. Een ander zijn gebit is stuk van het knarsetanden ’s nachts. We hebben vaak dezelfde soort klachten. We moeten vaak om dezelfde dingen lachen of huilen en hebben aan één woord genoeg om elkaar te begrijpen. Dat is heel prettig voor mensen die zich vaak onbegrepen en alleen hebben gevoeld. We vragen elkaar: ‘en wat helpt jou daarbij?’ En leren zo van elkaars oplossingen. Het gaat niet om herbeleven, maar om de beleving. We nodigen ook wel gasten uit die hun verhaal delen. En niet te vergeten: we eten samen. We maken samen salades.

Wat levert dat op? Kun je een succesverhaal delen?

Een aantal jaar geleden nam er een vrouw deel aan onze groep. Zij werkte al jaren in de zorg als HR-medewerker. Zij was als Surinaams meisje opgegroeid in een wit pleeggezin in de provincie. Daar mocht ze zichzelf niet zijn. Ze kon haar ‘roots’ niet onderzoeken. Haar moeder was al jaren opgenomen in een psychiatrische kliniek en haar vader woonde in Suriname. Haar broers en zussen waren in verschillende pleeggezinnen geplaatst door het hele land. Zij is op zoek gegaan naar waar ze vandaan kwam. Ze zocht haar vader op in Suriname. Vroeg hem naar zijn verhaal. Het bleek een man te zijn bij wie ze zich erg thuis voelde. Steeds deelde zij in de groep kleine stukjes verhaal. We waren samen in haar zoektocht. Ze kwam uiteindelijk ‘thuis’; ontdekte haar roots en haar kracht. Dit verhaal ontroert mij nog steeds. Geweldig dat wij als groep tijdelijk haar ‘thuis’ konden zijn. Waar ze haar twijfels, angsten en blijdschap kwijt kon.

Vorig jaar kwam je debuutroman De Erfschat uit. Kun je daar iets over vertellen?

Het is een roman. Deels gebaseerd op mijn eigen geschiedenis. En deels op die van anderen. Het is ook geïnspireerd op verhalen van mensen die over de afgelopen tien jaar deelnamen aan de bijeenkomsten van Ervaren Jaren. Het gaat over het verwerken van verlies. Het belang van vriendschap en het vinden van veerkracht om met belangrijke thema’s om te gaan. Zoals over hoe (oorlogs)trauma kan worden doorgegeven. Over ongelijke kansen in onderwijs en over stigmatisering. Ik wilde de verschillende manieren van kijken en onderliggende patronen zichtbaar en voelbaar maken. En daarbij is er ook humor en avontuur in het boek.

Kunnen mensen zich nog aansluiten bij Ervaren Jaren?

Er is geen aparte groep meer speciaal gericht op slachtoffers van geweld in de jeugdzorg. Maar mensen kunnen eventueel wel aansluiten bij een andere groep. Dit is een vaste groep mensen die eens per maand samenkomt.

Als je graag zou willen deelnemen aan bijeenkomsten Ervaren Jaren of als je hier meer informatie over wilt, vul dan op deze pagina je gegevens in. Via deze pagina kun je ook contact opnemen met Marlene.

Meer informatie: www.be4you2.nl

Voor het bestellen van De Erfschat of om Marlene te boeken voor een lezing: www.marlenevansteensel.nl

Scroll naar boven