. . . Slachtoffers 'Kijk naar wat je geleerd hebt van je ervaringen in de jeugdzorg. Jouw ervaring is een kracht.'
info

‘Mijn pleegouders hebben mij mijn jeugd ontnomen’

Lees over de ervaring van Elisabeth (1952) in pleeggezinnen.

Lees Meer
info

‘Er was altijd een aanleiding om je te pakken te nemen’

Wim werd vanaf zijn 11e in verschillende internaten geplaatst.

Lees Meer
info

‘Die pleegouders moeten weten wat ze mijn kinderen hebben aangedaan’

Twee zoons van Tessa werden geplaatst bij pleegouders die hun handen niet thuis hielden.

Lees Meer
info

‘Ik zal hier niet aan kapot gaan’

Jos zat in de jaren 50 in twee kindertehuizen van dezelfde jeugdzorginstelling.

Lees Meer
info

‘Ik wil later graag zelf in de zorg gaan werken’

Milan (19) kwam in de jeugdzorg terecht toen hij veertien jaar was.

Lees Meer
info

‘Kijk naar wat je geleerd hebt van je ervaringen in de jeugdzorg. Jouw ervaring is een kracht.’

Serko (38) werd in de pleegzorg misbruikt en mishandeld.

Lees Meer
info

‘Ik werk vanuit écht contact met jongeren. Vanuit het hart en vanuit gelijkwaardigheid.’

Mireille helpt slachtoffers en hulpverleners.

Lees Meer

‘Kijk naar wat je geleerd hebt van je ervaringen in de jeugdzorg. Jouw ervaring is een kracht.

Het verhaal van Miko-Serko Carels (38 jaar)

Dit is het verhaal van een volwassene die als kind geweld in de jeugdzorg meegemaakt heeft. Hij wil anderen vertellen wat hem geholpen heeft om verder te gaan met zijn leven.

Miko-Serko werkt als mede-trainer bij de lotgenotenorganisatie B4you2. Hij vertelt over zijn tijd in de jeugdzorg en over hoe praten met andere mensen die geweld in de jeugdzorg meegemaakt hebben hem helpt. Hij is samenwonend en is vader van een tweeling van 2 jaar oud. 

Serko’s tijd in de jeugdzorg

Serko werd uit huis geplaatst omdat zijn familie ongeschikt verklaard werd om hem op te voeden. Serko’s oma wilde hem graag in de familie houden, maar werd niet gehoord. Serko groeide op in verschillende pleeggezinnen en instellingen. Serko werd in de pleegzorg misbruikt en mishandeld. Toen hij 12 jaar was kreeg hij een voogd die voor het eerst echt luisterde naar zijn oma en haar zorgen over serieuze misstanden in het pleeggezin waar hij toen zat. Waardoor hij uiteindelijk weer terug naar zijn familie kon keren. “Ik heb veel trauma’s van mijn tijd in de jeugdzorg.”

Na Serko’s tijd in de pleegzorg overleed zijn moeder en ging hij op zichzelf wonen. Toen is hij zijn tweede naam ‘Serko’ weer gaan gebruiken. Daarvoor is hij opgegroeid met zijn eerste naam: Miko. Hij vertelt waarom deze tweede naam zo goed bij hem past: “Serko is mijn Papoea-naam. Volgens mijn oma betekent Serko: een persoon die door elke verdediging heen kan komen.” Van lotgenoten leerde Serko dat je je veilig en vertrouwd moet voelen om verbinding te maken met iemand. “Daarvoor moet je door de muren heen breken die veel slachtoffers hebben opgebouwd om uiteindelijk te kunnen helen. Dus dat past bij mijn naam.”

Serko ging opzoek naar zijn wortels. En naar wat hij in het leven echt belangrijk vindt. Dit deed hij door te kijken naar andere culturen. “Ik vroeg me af: hoe doen inheemse culturen het als een kind niet meer bij de ouders kan wonen? Dat ben ik gaan onderzoeken.” “Ik vind de westerse samenleving kil. Er is bijna geen groepsgevoel en de contacten met familie zijn niet sterk. In Nederland worden kinderen alleen opgevoed door de ouders. Dat legt veel druk op het gezin en dan kunnen er fouten gemaakt worden. Als ouders niet voor hun kind kunnen zorgen, valt alles weg, omdat de steun ontbreekt van kennissen en familie.” Serko ontdekte dat in een samenleving met een sterke sociale structuur een kind niet weggehaald wordt bij zijn familie. “Er zijn veel opvoeders in de Papoea cultuur. Naast vaders en moeders spelen ook ooms en tantes, opa’s en oma’s een belangrijke rol. De gehele gemeenschap neemt die verantwoordelijkheid. Dat helpt ouders en kinderen.”

Wat Serko wil meegeven aan lotgenoten

“Kijk naar wat je geleerd hebt van je ervaringen in de jeugdzorg.” Dat is wat Serko andere lotgenoten wil zeggen. “Jouw ervaring is een kracht. Denk vooral aan alles wat je wél kunt. Een vriendin ging naar een klooster en vroeg de monnik hoe zij kracht kon putten uit haar kindertijd in jeugdzorg. De monnik zei: jij hebt de hoogste les geleerd. Jij hebt geleerd wat het is om te verliezen. Daardoor kan jij alles los laten. Mensen die in de pleegzorg opgroeien, hebben een hoge spirituele les van nature geleerd: los te laten.”

Wat Serko wil meegeven aan hulpverleners

Serko vindt het belangrijk dat hulpverleners eerlijk zijn. “Soms worden dingen verzwegen voor een kind vanuit de gedachte dat het te jong is om de situatie te begrijpen. Maar een kind voelt het altijd als er iets mis is. Hoe jong ook. Als hulpverleners dan niet eerlijk zijn, gaat een kind twijfelen aan zijn eigen gevoel.” Ook is het volgens Serko belangrijk dat hulpverleners kinderen helpen contact met vrienden en familie te behouden of herstellen. En om ze in contact te brengen met andere kinderen uit de jeugdzorg. Een kind of jongere heeft vrienden en familie nodig om verder te kunnen in het leven na de jeugdzorg.

Wat Serko helpt

Er zijn verschillende mensen die Serko geholpen hebben en hem nog steeds helpen. Ten eerste zijn oma. “Mijn oma heeft altijd contact met mij gehouden. Ze heeft ervoor gezorgd dat ik weer deel van de familie werd.” Ten tweede de hulpverlener die Serko weer terug bracht naar zijn familie. Ten derde de mensen die zelf geweld in de jeugdzorg meegemaakt hebben. Serko praat veel met lotgenoten en deelt ervaringen met hen. “Ik had al op jonge leeftijd contact met lotgenoten. Ik ging vanaf mijn veertiende naar de jeugdkampen voor kinderen uit de jeugdzorg (JIP). Eerder vroeg ik mijzelf vaak af ‘Waarom ik? Waarom maak ik dit mee?’ en voelde ik mij erg alleen. Ik sprak wel met vrienden over mijn leven in de jeugdzorg, maar ik kon het nooit helemaal uitleggen. Op het jeugdkamp begrepen de jongeren mijn verhalen meteen. En andersom begreep en herkende ik hun verhalen. Dat heb je alleen onder lotgenoten.” 

Serko vertelt hoe belangrijk het contact met lotgenoten voor hem is. Serko was zeer actief in  verschillende verenigingen. Hij ging ook in het buitenland naar bijeenkomsten voor jongeren uit de jeugdhulp. Bij de bijeenkomsten in Nieuw-Zeeland en Amerika vertelden jongeren over hun inheemse cultuur. “Die verhalen hebben mij erg geholpen.” “Na een tijdje werd het me teveel. Ik nam al snel de verantwoordelijkheid van de andere jongeren op mij. Ik was een ‘grote broer’. Dat zorgde voor mooie contacten en verhalen. Maar de verantwoordelijkheid werd te groot. Ik hielp andere jongeren, maar ik had zelf ook steun nodig. Die steun vond ik bij lotgenotenorganisatie B4you2.

De deelnemers van lotgenotenorganisatie zijn tussen de 20 en 60 jaar. “Daar ben ik dus niet meer de oudste. Ik haal veel steun uit de gesprekken met lotgenoten van verschillende leeftijden.” Voor Serko voelt de lotgenotengroep als een soort familie. “Contact met lotgenoten is écht contact. Samen kan je moeilijke momenten in je leven makkelijker aan. Er is ook de vreugde van het delen van mooie momenten. Contact met lotgenoten is de beste hulpverlening die ik ooit heb gehad.” 

Serko’s advies om de jeugdzorg beter te maken

Serko is blij dat er onderzoek is gedaan naar wat er mis ging in de jeugdzorg. “Maar ik maak me wel zorgen of er echt iets gaat veranderen. Hiervoor moeten er veel mensen meedenken met de jeugdzorgorganisaties: mensen die zelf in de jeugdzorg zaten, jong en oud, jongeren die nú in de jeugdzorg zitten en de vrienden en familie van deze jongeren. Jeugdzorgorganisaties in het hele land zouden hun fouten met elkaar moeten delen. Om hiervan te leren en te verbeteren. Zo worden de organisaties waar jongeren wonen een betere plek. Ook kunnen we leren van inheemse culturen: hoe sterke sociale structuren helpen bij de veiligheid en kwaliteit van opvoeding van kinderen. Je kan een probleem niet oplossen met dezelfde manier van denken als waarmee het probleem is ontstaan.”

We zijn er voor je

Onze Info- en advieslijn (0800-1238) is bereikbaar op maandag t/m vrijdag tussen 09.00 en 17.00. Liever chatten of een e-mail sturen? Ook dat kan. Bellen, chatten en mailen is gratis. Je kunt met ons in contact komen voor:

  • Een luisterend oor
  • Ondersteuning bij het zoeken naar hulp
  • Beantwoorden van praktische vragen

Ook na het stoppen van de financiële tegemoetkoming zijn we nog beschikbaar voor vragen en hulp. De Info- en advieslijn is tot 1 juli 2024 geopend.

Al onze gesprekken zijn vertrouwelijk

Scroll naar boven