. . . Professionals Kennisdossier Geweld in Jeugdzorg Module 1.3 kennisdossier

Module 1

Wat is er gebeurd?

Geweld in de gesloten (justitiële) jeugdinrichtingen

Onder gesloten (justitiële) jeugdinrichtingen (of jji’s) vallen jeugdgevangenissen, rijksopvoedingsgestichten (ROG’s) en tuchtscholen. Jongeren die verdacht worden van het plegen van strafbare feiten of veroordeeld zijn, worden geplaatst in een jji. Maar ook jongeren die ernstige gedragsproblemen hadden worden geplaatst worden in een jji. 

Een schoolklas op het internaat van de Mettray in Eefde, 1946 (SZU002021154_001/0107 Vereniging Nederlandsch Mettray/Regionaal Archief Zutphen)

In het onderzoek van commissie De Winter zijn ook instellingen meegenomen die officieel geen jji zijn, maar waar de regels en methoden erg lijken op die van een jji. Dit zijn JeugdzorgPlus instellingen en de internaten voor Zeer Intensieve Behandeling (ZIB’s). Ook op deze plekken zijn strenge regels, geen of weinig vrijheden en wordt de jongere gedwongen geplaatst door een kinderrechter.

In jji’s mag geweld ingezet worden voor de handhaving van orde en veiligheid. En om de jongeren binnen te houden. Het mag alleen ingezet worden als laatste redmiddel. Het geweld moet altijd in verhouding staan tot de ernst van de situatie. Het mag niet gebruikt worden als straf, bij de opvoeding of bij de behandeling.

Deelnemers aan het onderzoek die in een jji verbleven, zeggen dat er regelmatig fysiek geweld werd gebruikt. Dit was in de praktijk niet altijd voor de handhaving, of als laatste redmiddel. De regels waren streng en er werd door medewerkers hardhandig opgetreden. 

Vormen van fysiek geweld die genoemd worden zijn:

  • Geslagen worden met de hand, een riem, koord, stok of lineaal.
  • Met het hoofd langdurig onder water gehouden worden of onder een koude douche worden gezet. Dit werd vaak gedaan als een kind of jongere in bed had geplast. Soms werden kinderen na het bedplassen met een tuinslang met ijskoud water schoongespoten.

Ga jij maar even mee’, zei hij. Ik zei: ‘Ik weet helemaal van niets.’ ‘Jawel! Kom maar even mee!’ Dan ging je de douche in en dan zei hij: ‘toe maar’. Ik zei: ‘Wat toe maar?’ Dan sloeg hij je helemaal verrot, en als ze het alleen niet aan konden kwamen ze met vier, vijf man. En dan trapten ze je letterlijk en figuurlijk helemaal verrot. En dan ging je, handen op de rug, hup, de cel in. Uitkleden en dan kon je op je matrasje liggen met één dekentje.’

Slachtoffers hebben op veel verschillende manier psychisch geweld ervaren in de jji’s.

  • Er werd hen niet verteld waarom ze bij een jji werden geplaatst. Ook was vaak niet duidelijk hoe lang zij in de jji moesten blijven. Deze onzekerheid zorgde voor angst en spanning.
  • De slachtoffers verloren hun identiteit. Jongeren moesten hun eigen kleding afgeven en kregen kleding van de jji. Soms werd hun haar afgeschoren.
  • De jongeren en kinderen konden lange tijd geïsoleerd en afgezonderd worden. In de jaren 40, 50 en 60 werd hiervoor soms gebruikt gemaakt van een ‘cachot’. Dit was een cel die niet verlicht of verwarmd was. Dit kon ook een ander (kolen)hok zijn. De slachtoffers werden hierin voor straf opgesloten. Dit kon dagen of zelfs weken duren. Later kwamen er speciaal ingerichte isoleercellen voor in de plaats. 
  • Ook in de jji’s kregen de slachtoffers geen of bijna geen positieve aandacht.
  • Na het bedplassen werden de kinderen soms ‘tentoongesteld’. 
  • Soms moesten de slachtoffers zwaar werk verrichten terwijl anderen mochten ontspannen. 
  • Slachtoffers kregen wel eens alleen water en brood in plaats van gewoon eten.

Het gesloten karakter van een jji werd ook genoemd bij psychisch geweld:

  • Er mocht heel soms bezoek komen of er mocht geen bezoek komen. Als straf kon bezoek op het laatste moment worden afgezegd. Als er bezoek was, zat er vaak een medewerker bij. Hierdoor konden de kinderen en jongeren niet vrijuit praten.
  • De slachtoffers mochten geen brieven schrijven of krijgen. De post die voor hen was, werd onderschept. 
  • Contact met ouders of familieleden was vaak onmogelijk.

Seksueel geweld in jji’s werd over alle periodes genoemd. Mensen vonden het echter heel moeilijk om hierover te praten. Sommige mensen gaven aan het alleen van anderen hebben. Mensen die het wel zelf is overkomen wilden er maar weinig over kwijt.

‘Er zijn mensen die zijn gewoon verkracht, door die broeders. Dat heb ik niet gehad. […] Dat broeders ‘s nachts bij jongens op de kamer komen. […] In een lage groep, 4 of 5, sliep je op een zaal. Maar in groep 10 en 11, dan had je allemaal een eigen kamer. […] Die broeders hadden dan dienst ‘s nachts, en die kwamen bij die jongens op de kamer. […] Ik verzette mij ertegen, maar ze hebben het wel geprobeerd.’

Er waren strenge regels en weinig vrijheden in de jji’s. De kinderen en jongeren waren erg afhankelijk van de medewerkers. Hier konden medewerkers misbruik van maken. Seksueel geweld ging vaak samen met het krijgen van privileges of status.  Ook tussen jongeren onderling kwam seksueel voor.

Doordat de jji’s afgesloten waren van de buitenwereld, konden de jongeren moeilijk het geweld melden. Wanneer de kinderen en jongeren (soms gezamenlijk) probeerden om het geweld te melden, werden ze vaak niet geloofd. 

Kinderen kunnen uit huis geplaatst worden als het thuis niet veilig was. In sommige gevallen kwamen deze kinderen terecht in een situatie die nóg onveiliger was.

Commissie De Winter heeft onderzoek gedaan naar geweld in de jeugdzorg tussen 1945 en 2019. Het ging om fysiek, psychisch en seksueel geweld. De onderzoekers hebben deze informatie uit verschillende bronnen gehaald, waaronder een meldpunt en bevolkingsonderzoek. 

Op alle plekken en in alle periodes is geweld gemeld door slachtoffers. De meeste meldingen van geweld gingen over de residentiële jeugdzorg, de pleegzorg, de jji’s en de kinder- en jeugdpsychiatrie. Het grootste deel van de meldingen gaat over geweld in de jaren 60 en 70. Meestal zijn het geen incidenten, maar was het geweld ernstig en langdurig. Psychisch geweld wordt het meest genoemd.

Welk geweld de slachtoffers meldden verschilde tussen vormen van jeugdzorg. Vaak werd ook de uithuisplaatsing zelf als geweld ervaren. Dit kwam omdat de kinderen vaak plotseling, zonder reden, werden weggehaald.

Scroll naar boven